Vandaag was het dan zover: met de auto naar Engeland. Eindelijk gewoon aan de linkerkant in je auto, terwijl je tegen je Engelse collega’s kan zeggen dat je aan de right side zit. Heerlijk. Er was wel een lange rit voor nodig om mijn Opeltje naar Engeland te brengen. Bij elkaar ruim 700 km. met halverwege een tochtje door de Kanaaltunnel. Goedkoop en snel, had men gezegd. Nou viel dat goedkope me wel tegen: 520 euro voor een retourtje. En voor dat geld sta je anderhalf uur in de rij en zit je 35 minuten in je auto in een soort veredelde goederenwagon. Nou ja, we zijn droog overgestoken zullen we maar zeggen.
Afgelopen week had ik het genoegen om in een Engelse wagen te mogen rijden. Nou is “genoegen” niet helemaal het juiste woord. Je zit op de verkeerde plaats, het verkeer komt van de verkeerde kant en als je in je spiegels wil kijken zitten ze ook nog eens op een andere plaats. Kortom: zweten! Al helemaal als je ook de weg niet weet in een vreemde plaats. Nou wordt dat laatste tegenwoordig aardig opgelost met zo’n navigator op je PDA. Keurig wordt alles in yards en mijlen aangegeven.
En de ook in Engeland enorm populaire flitspalen worden gelukkig op tijd aangegeven. Wel zal ik nog eens naar de verkeersregels moeten kijken. En ik moet wennen aan het kijken. Want het verkeer komt natuurlijk steeds van de “verkeerde kant”. Het is me al gebeurd dat ik rechts af wilde slaan. En toen mijn verkeerslicht op groen ging deed ik dat ook direct. Keurig over mijn schouder kijken of er geen fietser naast me zat. Maar helemaal vergeten dat er ook nog verkeer uit tegenovergestelde richting komt. Noodstop. Piepende remmen. En een Engelsman die ook gewoon op zijn voorhoofd wijst. Kijk, dat is een symbool wat in elk geval in de hele EC is ingevoerd 🙂