Vele jaren heb ik huisdieren gehad. Zestien jaar twee katten, moeder en zoon. Ook vroeger (opa vertelt) hadden we altijd huisdieren. Van cavia tot kameleon, van hond tot kat, van vis tot vogel.

Nadat mijn twee katten van ouderdom naar de kattenhemel waren vertrokken, heb ik al enige jaren geen huisdieren meer genomen. Natuurlijk miste ik het wel, ik geef het toe: ik zat vaak tegen ze te praten. En had nog het idee dat ze terug konden praten ook.

Tenminste: als ze niet bezig waren met sloopwerken. Behang, bankstel of tafelpoten, ze vonden het allemaal geweldig. Als ik maar zorgde voor een schone kattenbak en vers voer, heel veel vers voer. Al was chips of een borrelnootje ook geliefd.

Maar het bleef knagen. Na jaren “dierloos” geweest te zijn, ben ik vaak van plan geweest weer katten te nemen. Zeker bij een TV reclame met kittens, had ik het telefoonnummer van het dierenasiel al bij de hand. Maar ja, vaak op reis, gebonden, dus toch maar niet. Dan maar praten tegen de planten……

Tot vorige week. Toen ben ik gezwicht. Geen honden, geen katten, maar terug naar het begin: ik heb twee nieuwe kindertjes in de vorm van parkieten. Vrouwtje en mannetje, dus wie weet worden het er meer ;-). Ze zijn nog niet tam, maar beginnen al uit de hand te eten. En als het schemerig is, mag ik ze aanraken. Kennelijk durven ze dan niet meer weg te vliegen 🙂

Kortom: leuk! Alleen heb ik nog geen naam kunnen bedenken. Wat doe je met parkieten? Gewoon maar fluiten? Of toch roepen? En wat zijn dan leuke namen? Pako? Pipo? Sjaan? Rita? Geen idee. Dus: HELP!!! Ik heb adviezen nodig. Help mijn PZN om hun eigen identiteit te vinden….

Pin It on Pinterest